Tegenwoordig kan bijna alles, zo lijkt het wel. Daardoor kun je gaan denken dat er veel moet. Je moet alle kansen grijpen, overal bij zijn, alles hebben, iedereen kennen, het leven onder controle hebben. Tot het moment dat je er ongelukkig van wordt. Wil je dat voorkomen? In dit artikel lees je hoe je dat kunt doen.
1. Herken de signalen van overbelasting
Misschien ben jij iemand die graag actief is, nuttig bezig is, behulpzaam is of veel leuke activiteiten heeft. Dat is prima, zo lang het werkt voor je. Maar ook met leuke en nuttige activiteiten kun je over je eigen grenzen heengaan. Herken dus de signalen van overbelasting, zoals vermoeidheid, prikkelbaarheid, uitstelgedrag en lichamelijke klachten. Hier lees je er meer over.
2. Ontdek wat je eigenlijk bedoelt
Als je zegt ‘Ik moet…’ dan kan dat twee dingen betekenen. Het betekent eigenlijk: ‘Ik wil…’ óf het betekent eigenlijk ‘Ik wil niet…’. Een voorbeeld: iemand zegt: ‘Ik moet nu echt weg.’ Dan kan het zijn dat hij bedoelt dat hij weg wil. Of hij bedoelt dat hij eigenlijk helemaal niet weg wil.
Wel handig als je weet welke van de twee het is! Dus als je jezelf ‘Ik moet…’ hoort zeggen, kijk dan eens wat je ermee bedoelt. Wil je het juist wel, of juist niet? Dat helpt je beslissen wat je ermee wilt doen.
3. Weet wie de oorzaak is van overbelasting
Van wie moet jij al die dingen? Misschien zijn er mensen in je omgeving die veel van je vragen. Mensen op je werk of huisgenoten bijvoorbeeld. Een goede manier om daar iets aan te doen, is hen om hulp vragen. Meer daarover lees je in dit artikel. Je kunt ook gaan oefenen in beter nee zeggen.
Je kunt hierbij bedenken dat jouw eigen gedachten ook een oorzaak zijn. Als iemand iets van jou verwacht en jij trekt je daar niets van aan, dan moet je alsnog niets. Alleen als jij vindt dat je moet doen wat de ander wil, moet je iets. Dus misschien is tip 2 hierboven dan weer belangrijk om te gebruiken.
4. Bepaal je ‘budget’
Je hebt een bepaalde hoeveelheid tijd, energie, talenten, vaardigheden, geld en aandacht. Je kunt dus niet alles. Als je het gevoel hebt dat je teveel moet, ga je blijkbaar over een grens heen. Welke grens is dat? Kijk wat je tekort komt. Bepaal daarbij je budget: hoeveel ruimte heb je? Dan wordt het ook gemakkelijker om keuzes te maken. Meer hierover lees je in dit artikel.
5. Check of je overtuigingen wel kloppen
Je moet iets doen. Is dat de waarheid, of heb jij het zo bedacht? Een leuke hulpzin om te ontdekken of het ook anders kan is: “Moet ik dit nu doen?” Je kunt op elk woord de nadruk leggen om een nieuwe vraag te krijgen:
“Moet ik dit nu doen?” (Of wil ik het, of mag ik het, of iets anders?)
“Moet ik dit nu doen?” (Of kan een ander het ook doen? Of moet niemand het doen?)
“Moet ik dit nu doen?” (Of is er iets anders wat ik beter kan doen?)
“Moet ik dit nu doen?” (Of kan het ook later?)
“Moet ik dit nu doen?” (Of moet ik het juist laten? Of loslaten? Of overdragen aan een ander?)
6. Plan rustmomenten in – en bescherm ze
Rust is geen luxe, maar noodzaak. Als je geen rust neemt, brand je op en heeft niemand meer wat aan je. Komt rust nemen er niet van omdat je een te vol schema hebt? Zet ‘nietsdoen’ dan letterlijk in je agenda op vaste momenten en houd je eraan. Of plan andere activiteiten in die jij voor je ontspanning doet. Als je er een afspraak voor maakt met iemand anders, is de kans groter dat je het ook echt gaat doen.
8. Vraag hulp of delegeer
Als jij alles alleen moet opknappen, is dat niet alleen vervelend voor jou. Het is ook jammer voor anderen. Mensen willen namelijk graag iets betekenen voor anderen. Wie zou graag iets voor jou willen betekenen? Kijk eens of ze je kunnen helpen. Het gaat daarbij niet alleen om praktische hulp. Ook het gevoel dat er iemand naast jou staat, zorgt dat je je beter voelt. Hier lees je er meer over.