Heen en weer geslingerd tussen genieten en het goed doen

Compleet Sterk

Tegenwoordig kan er zoveel, dat je zou denken dat iedereen gelukkig kan zijn. Dit is het idee: haal alles uit je leven, maak er wat van, zorg dat je steeds verder komt en zorg dat mensen zien wat je waard bent. Alleen is dat zo makkelijk niet. Er is te veel van alles om goed te kunnen kiezen. De verwachtingen zijn te hoog. Jouw eigen verwachtingen en die van anderen.  

Wat veel mensen merken, is dat ze heen en weer geslingerd worden tussen genieten en het goed doen. Je wilt leuke nieuwe kleding kopen, maar ook de aarde niet kapotmaken en zuinig zijn met je geld. Je wilt klaarstaan voor mensen, maar ook relaxen. Dat soort dilemma’s. 

Het interessante is, dat dit niet nieuw is. Bij de oude Grieken had Aristoteles het hier al over. Hij gaf er zelfs woorden aan: hedonistisch geluk en eudaimonisch geluk. Dit betekenen ze:  

  • Aristoteles maakte het woord eudaimonisch uit het Griekse woord eu dat ‘goed’ betekent en daimon dat je kunt vertalen als ‘geweten’. Eudaimonisch geluk is dus het geluk dat je voelt als je een goed geweten hebt: je weet dat je het goede doet, dat je de persoon bent die je graag wil zijn.  
  • Het Oudgriekse woord hèdonè betekent genot. Hedonistisch geluk gaat over je prettig voelen en genieten. Denk bijvoorbeeld aan bij een warm vuurtje gaan zitten als je het koud hebt, iets lekkers eten, lachen met je vrienden of in een schoon zacht bed ploffen als je moe bent. Dat geeft je een hedonistisch geluksgevoel.  

De meeste mensen hebben in hun gedrag een voorkeur in waar ze naar streven. Dat merk je vooral onder druk: als dingen even niet zo makkelijk gaan en je schiet in automatismen om de dag door te komen. Ga je dan vooral keihard werken en proberen om alles goed te doen? Of ga je juist de kantjes ervan aflopen en op zoek naar pleziertjes en verdoving? Het een is niet slechter dan de ander: als mens heb je allebei de soorten geluk nodig om je goed te blijven voelen. Maar dat betekent ook: meer van hetzelfde najagen werkt averechts. Als je uit balans bent, moet je meer krijgen van de soort geluk die je tekortgekomen bent, in plaats van verder door te schieten naar één kant.  

Zo kun je je misschien voorstellen dat iemand die in luxe leeft, weinig geluk ervaart als hij nog een dure auto koopt, of een vliegtuig of een plezierjacht. Hij zal eerder geluk ervaren als hij iets zinvols doet en ontdekt dat hij iets kan betekenen voor een ander. Hij voegt dan wat eudaimonisch geluksgevoel toe aan zijn hedonistische geluk en gaat zijn luxe daardoor waarschijnlijk ook weer meer waarderen. Als je je ingespannen hebt, is ontspannen immers weer fijn door het contrast dat optreedt. 

Stel je nu eens iemand voor die zich het vuur uit de sloffen heeft gelopen om alles voor anderen te doen. Als deze persoon zich onrustig gaat voelen, neemt die onrust waarschijnlijk niet af als hij nóg een taak uitvoert die is blijven liggen. Dat geeft alleen maar een gevoel van geleefd worden. In plaats daarvan kan hij beter iets fijns voor zichzelf regelen om even bij te komen. Dan kan ook de zelfwaardering opkomen die past bij al het goede dat hij gedaan heeft. Het tevreden gevoel dat daarbij past. En zo krijgt hij weer nieuwe energie om iets goeds te doen voor anderen. 

Zelf heb je wellicht ook één kant waar je meer naartoe leunt. Vooral als je onder druk komt te staan. Als je dit van jezelf weet, kun je het beter opmerken als het gebeurt. Je helpt jezelf dan als je juist ook wat van de ‘andere’ soort geluk gaat opzoeken. 

Related Posts

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *